Valenpijn

Hoe vaak worden mensen geobserveerd door anderen zonder het zelf door te hebben? Ik observeer graag. Mensen zijn de mooiste inspiratie om mijn fantasie te prikkelen. Zo ook het gezelschap aan tafel 12, zoals het metalen bordje aangaf. Ze hadden alleen maar oog voor elkaar. Mijn blik had vrij spel. Aan de ene kant zat hij, ik noem hem David. Die naam is niet toevallig gekozen. Hij was het over wie ik las toen ik twee dagen later de krant opensloeg. David H. heette hij.

Van de vrouwen aan zijn zijde weet ik dat een van hen Janice heet. Het is de kleine, wat rondere van de twee, die naast een lege stoel tegenover David en, naar ik aanneem, zijn vriendin zat. Vanaf mijn positie had ik goed uitzicht op haar gezicht. Als blikken konden doden, dan was ik getuige geweest van een moord. Dat die er ook kwam, verbaasde me niet. De blik van de vrouw bevatte zo veel haat, dat moest wel misgaan. Ook zijn blik kreeg ik even in het vizier. Als zij die had gezien, en begrepen, dan was een hoop leed bespaard gebleven.

Ik herkende dat wel. Jarenlang mensen observeren heeft me geleerd hun blikken te lezen. Op het moment dat ik zag wat er in hen omging, had ik ze kunnen informeren. Maar ik deed het niet. Haar blik verried een onbreekbare vastberadenheid. Zij had de toekomst al uitgestippeld. En wie ben ik om het lot tegen te werken? De lotsbepaler had alles al vastgelegd. Het was op dat moment al onomkeerbaar.

Ik betaalde de rekening, borg mijn notitieboekje met de harde zwarte kaft op en verliet het restaurant. Mijn observatie had ik genoteerd. In een soort gecodeerd steno, waarvan alleen ik de sleutel ken. Ik wil niet het risico lopen dat mijn observaties op straat komen te liggen. En toch vertrouw ik deze aan het papier toe. Wat ik had gezien, kwam uit. Tijdens de rechtszitting, die ik vanaf de publieke tribune bijwoonde, kwam het ware verhaal naar boven. Een geschiedenis die onrecht wordt aangedaan wanneer deze verdwijnt in de burelen van de Rechtbank.

Deze geschiedenis vond zijn oorsprong een jaar voordat ik ze in het restaurant observeerde. Het begon in hetzelfde restaurant. Misschien zelfs wel aan dezelfde tafel, het zou de cirkel wel rond maken. Janice en haar beste vriendin Tanja begonnen de avond met zijn tweeën aan de tafel. Om de gebeurtenissen die volgden in het juiste perspectief te zetten, ontkom ik niet aan een beschrijving van beide vrouwen.

Tanja was een knappe jonge vrouw van 22, met nymfomane trekken. Haar blonde haren en sprekende blauwe ogen deden menig mannenhart sneller kloppen. Ze droeg het liefst strakke truitjes om haar lange, slanke lichaam, waarin de glooiende vormen van haar cup c duidelijk werden geaccentueerd. Ze had daarmee al vele mannen verleid. Ze hield van het spel van verleiding en de hete nachten die daarop volgden. Het aantal mannen waarmee ze het bed had gedeeld kon ze niet meer op twee handen tellen.

Hoe anders verging het Janice. Zij was allen wat Tanja niet was. Ze had een mollig figuur, wat ze probeerde te verhullen met wijde kleding. Haar blauwe ogen stonden meestal treurig in het ronde gezicht met het korte blonde haar erboven. Ze lag niet goed in de markt bij de mannen. Ze gebruikte de omgang met Tanja dan ook om mee te liften op diens schoonheid. Hopend dat een keer een jongen die bij Tanja afviel, haar zou zien staan.

Het bleek ijdele hoop, ook op die veertiende februari 2007. Toen Tanja en Janice samen aan de tafel zaten, liep hij langs. En hij liep terug. Hij zei wat, Tanja antwoordde en hij ging zitten. Drie mensen waren op slag verliefd, maar slechts bij twee van hen was het wederzijds. Niet eerder hield Tanja het zo lang uit met een man als met David. Dit tot ongenoegen van Janice, die al voorbereid was om hem te troosten. Nooit eerder had ze zo’n sterke affectie gevoeld voor een man.

Tanja en David ontlopen bleek lastiger dan ze dacht. Ze durfde niets te zeggen over haar gevoelens voor David. Ze verbeet de pijn van binnen, wanneer ze hen samen zag. Een jaar lang lukte haar dit, totdat Tanja met het slechtste voorstel kwam dat ze had kunnen bedenken.

Ik blijf me erover verbazen over het gat dat verliefdheid met de realiteit kan slaan. Tanja zag alleen David en zichzelf. Hun geluk, of misschien moet ik zeggen: haar geluk, betekende dat iedereen gelukkig was. Ook Janice. De blinde vlek van de liefde.

Het telefoontje van Tanja had op geen slechter moment kunnen komen. Janice voelde de zwartste dag van het jaar weer naderen. De dag waarop liefde commercieel wordt. Misschien waren de latere gebeurtenissen ook wel te wijten aan de commercie. Wekenlang vallen de folders in de bus die schreeuwen dat je je partner zich precies die ene dag in het jaar speciaal moet laten voelen. Alsof dat de rest van het jaar niet nodig is. Het is ook de tijd waarin de commercie singles eraan herinnert dat er juist niemand is die hen speciaal vindt.

En dat besef drong weer een te meer door tot Janice, toen Tanja voorstelde om met zijn drieën terug te gaan naar het restaurant waar haar leven samen met David begon. Janice stemde in, zij het met gebalde vuist. De datum markeerde ze op de kalender. Ze trok met een dikke stift een zwarte rand om 14 februari 2008.

Woede in een mens is als magma in een vulkaan. Als je het lang genoeg laat opbouwen, wordt de druk zo hoog dat er een uitbarsting volgt. En als die eruptie zich voordoet, kan niets of niemand het meer stoppen. Niemand is meer veilig. Nergens.

Janice was wat dat betreft het best te vergelijken met de supervulkaan onder Yellowstone Park in Amerika. Genoeg lichaam om jarenlang een enorme druk in op te bouwen. Ze is geen prater, zeker niet over haar gevoelens. Elke keer dat Tanja weer voor een jaloerse drift zorgde, slikte ze die in. Haar magmakamer stroomde vol. David paste er nog net bij, maar alles wat daarna kwam, was de vonk die nodig was om uit te barsten.

Toen ze haar bed uit kwam, was ze voor het eerst in tijden vrolijk. Ze voelde zich goed, wetend dat het einde van haar eenzaamheid in zicht was. Na deze dag zou zij niet meer alleen zijn. Ze nam een extra lange douche, dronk een extra kop koffie en ruimde de keuken op. Dat laatste gaf haar de gelegenheid de nodige voorbereidingen te treffen. Ze haalde haar tas leeg. Onderin zat een verborgen vak, waar ze waardevolle spullen kon opbergen. Het vleesmes paste er precies in. Ze leegde een Spaflesje en vulde het met spiritus. In haar jaszak stopte ze een aansteker.

Toen David en Tanja haar ophaalden, begroette ze hen hartelijk. Ze mochten niets merken van haar plan. Deze Valentijnsdag zou eindelijk eens haar dag worden. Alleen niet op de manier die gebruikelijk is.

Ze schijnen niet lang na mij vertrokken te zijn uit het restaurant. Toen ik wegliep, ging Janice nog even naar het toilet. Daar trof ze de laatste voorbereidingen. Ze haalde het mes uit haar tas, en stak het tussen haar riem. Haar lange, wijde trui viel er precies overheen. Ze keek in de spiegel en knikte naar zichzelf. Het moment was aangebroken. Er was geen weg terug, het lot zou toeslaan. En Janice was het lot.

De Toyota Corola van David stond op dek 2 van de parkeergarage om de hoek van het restaurant. Janice zuchtte opgelucht toen Tanja haar in de kaart speelde. Als zij David en Janice niet alleen naar de auto had laten lopen, was alles misschien anders gelopen. Maar zij zelf ging nog naar het toilet. Ze kuste David, wat de woeste vlam van Janice deed oplaaien. Hij eerst, dan zij. Haar hand gleed over het heft van het mes .

Alles had Janice gepland. Wat ze ging doen, waarom ze het ging doen en vooral hoe ze het ging doen. Afwijking was onbespreekbaar. Maar met een ding had ze geen rekening gehouden. De onverwachte wending die David aan de avond gaf. Ze stond samen bij zijn auto, toen hij zich plotseling omdraaide.
“Janice. Nu Tanja er nog niet is, moet ik je wat vertellen.”
Janice keek hem vragend aan.
“Luister, ik heb het heel leuk met Tanja, maar het is het niet. Ik mis iets. Ze heeft een prachtig lichaam, maar intellectueel zitten we op verschillende niveaus.”
Hij stopte met praten. Zijn handen rustten op haar schouders. Hij keek haar diep in de ogen.
“Janice… ik heb het nooit durven uitspreken, maar ik denk dat ik verliefd ben op jou.”

Janice schrok. Zijn stem sprak de woorden die ze al lang wilde horen. Haar greep op het mes verslapte. Ze bracht haar hoofd naar het zijne en voelde zijn lippen op de hare. Een warme gloed trok door haar lichaam. Zijn lippen droegen de zoete smaak van victorie.

Op dat moment had de geschiedenis een andere wending kunnen nemen. Maar dan had ik hem ook niet op hoeven schrijven. De mens leest graag over het leed van anderen, zodat ze hun eigen sores even vergeten. Wie toch op ene happy end had gehoopt, kan beter hier stoppen met lezen. Want het verhaal gaat verder.

Janice was ontroerd, en ging mee in zijn kus. Maar om andere redenen dan David dacht. Hij maakte haar sterker. Zijn woorden, zijn lippen. Janice wilde dat dit nooit ophield. Het moest een eeuwige kus worden. Na haar zou hij niemand meer kussen. Haar hand omvatte het mes weer. Voorzichtig trok ze het achter haar riem vandaan. David had niets door. Hij stopte even met kussen en keek Janice diep in de ogen. Had hij zijn roze bril niet opgehad, had hij haar blik kunnen herkennen. Maar nu zag hij niet meer dan een speelse blik.

Hij kuste haar weer. Janice sloot haar ogen. Dit was het moment. Dit was haar moment. David stopt abrupt zijn kus toen het mes met een welgemikte steek in zijn maagstreek verdween. Hij liet Janice los en wankelde achteruit. Hij keek omloog naar het mes dat midden in de rode vlek in zijn blauwe jas stak. Hij keek Janice aan en leek wat te willen zeggen. Hij verloor zijn evenwicht en viel op de grond. Janice lachte, veegde met de rug van haar hand langs haar mond en draaide zich om. Ze keek recht in het ongelovige gezicht van Tanja.

In de rechtbank vertelde Janice het verhaal zonder een greintje emotie. Ze kende geen spijt. De dood van David had een doel. Tanja zou pijn en verdriet voelen. Zoals zij dat al langer kende. Maar het bleef niet bij David. Tanja zou nog meer pijn lijden.

Janice kon haar vriendin tijdens de rechtszaak niet recht in de ogen kijken. Dat had overigens niets met schaamte te maken. Het zou me ook niet hebben verbaasd als ze zonder een spier te verrekken tegen Tanja had gezegd dat ze het zo weer zou doen. Maar Tanja was er niet. De rechters moeten het doen met haar verklaring aan de politie. Een geschreven verklaring, want spreken kan ze niet. Nog niet en misschien wel helemaal nooit meer.

Een getuige vertelde wat hij zag die avond. Haar leven, of wat daar van over is, heeft Tanja aan hem te danken. Zijn aandacht werd getrokken door het gegil. Toen hij het geluid volgde, zag hij net hoe Janice met haar knie op de barst van Tanja zat en een lucifer afstreek. De spiritus die Janice over het hoofd van haar vriendin had gegoten deed meteen zijn werk. Het gezicht vatte vrijwel direct vlam, waarna Janice opstond. Toen ze de voetstappen van de man hoorde naderen, rende ze weg. Met zijn jas doofde hij de vlammen.

Een arts gaf uitleg over de verwondingen. Haar gezicht was zwaar beschadigd. Van haar gave huid was niets over, haar kapsel voorgoed geruïneerd. Van haar mond resten nog de tanden, lippen heeft ze niet meer. De vlammen die haar keel bereikten, hebben haar stembanden beschadigd. Hoeveel operaties ze ook ondergaat, Tanja zal de wonden altijd bij zich dragen.

Janice glimlachte toen ze die laatste woorden hoorde.
“Nu deelt in mijn pijn.”
Het waren die woorden die het pleidooi van haar advocaat vernietigden. De rechter weigerde ontoerekeningsvatbaarheid te aanvaarden. De komende 12 jaar loopt Janice niet vrij meer rond.

Het is 14 februari 2009. Ik zit aan dezelfde tafel als een jaar eerder. Ik observeer de vrouw aan tafel 12. Haar hoofd, half verborgen in de hoge kraag van haar trui, is naar buiten gericht. Het eten op haar bord is onaangeroerd. Haar ogen gaan schuil achter een veel te grote zonnebril. Het deel van haar gezicht dat zichtbaar is, wordt bijeen gehouden door littekens.

Ik sta op. Hoe graag ik anderen ook observeer, dit beeld kan ik niet langer aanzien. Ik loop naar de tafel van Tanja. Ze kijkt verschrikt op als ze mij in de gaten krijgt, alsof ik haar uit verre gedachten heb gehaald.
“Hoi, wil je wat drinken?” vraag ik, terwijl ik mijn stoel aanschuif.

Plaats een reactie