Met tegenzin stap ik door het toegangspoortje. Simon, mijn zoontje, trekt enthousiast aan de mouw van mijn jas. ‘Papa, papa! Kijk!’ Hij wijst alle kanten op. Hij is onder de indruk van alles wat hij ziet. Ik zelf huiver bij de gedachte dat ik terug ben in een omgeving waar ik jaren geleden de meest angstige momenten van mijn leven heb meegemaakt. En het ergste is dat mijn vijand van toen hier ongetwijfeld nog steeds aanwezig is.
´Tom, je bent toch niet nog steeds bang he!´ Lia kijkt me hoofdschuddend aan. Voordat ik antwoordt kijk ik naar Simon, die nieuwsgierig terug kijkt. Als mijn antwoord uitblijft, neemt het vijf jaar oude ventje het woord. ´Papa is niet bang. Hij jaagt monsters onder mijn bed weg voor mij. He, papa?’ Simon kijkt me knikkend aan, alsof hij op mijn bevestiging wacht. ‘Natuurlijk jochie. Geen monster die nog bij jou in de buurt durft te komen.’