De nostalgie van de zee

Golven breken op mijn voeten Onzichtbaar in het duister Onze handen ineen gevlochten Om nooit los te laten Onze namen in het zand Door onze voeten geschreven Mijn lichaam voelt warm Luisterend naar je gefluister Je ogen staren in de mijne Voordat je me gaat verlaten Een herinnering aan mooie tijden Die altijd droom zijn … Lees meer

Valenpijn

Hoe vaak worden mensen geobserveerd door anderen zonder het zelf door te hebben? Ik observeer graag. Mensen zijn de mooiste inspiratie om mijn fantasie te prikkelen. Zo ook het gezelschap aan tafel 12, zoals het metalen bordje aangaf. Ze hadden alleen maar oog voor elkaar. Mijn blik had vrij spel. Aan de ene kant zat hij, ik noem hem David. Die naam is niet toevallig gekozen. Hij was het over wie ik las toen ik twee dagen later de krant opensloeg. David H. heette hij.

Lees meer

Nachtvlinder

7 juli 2007
Voorzichtig drukt hij een kus op haar lippen, voordat hij op zijn knieën naast haar gaat zitten. Met zijn hand strijkt hij door haar blonde lokken. Hij bekijkt haar nog eens goed in het maanlicht. Ze ademt rustig, met haar ogen gesloten. Voorzichtig steekt hij zijn hand onder haar rokje. Haar slipje bedekt alweer de plek waar hij een minuut of tien geleden zijn hoogtepunt beleefde. Hij fatsoeneert haar rokje en wrijft nog een keer met zijn hand over haar jonge borsten, waarvan hij de harde tepels door de stof van haar T-shirt voelt prikken. Ze kreunt in haar slaap en hij trekt zijn hand terug. Het is genoeg geweest.

Lees meer

Eenzame dalen (2): Op eenzame hoogte

Dit is het vervolg op het verhaal ‘Eenzame Dalen‘.

Ik draai de dop weer op het flesje bronwater en zet het naast me in het gras. Gapend rek ik me uit, voordat ik mijn armen weer om mijn opgetrokken knieën sla. Het liefst kroop ik mijn bed in, dat zich in het dorp een paar honderd meter lager bevindt. Tussen de boomtoppen door heb ik zicht op Talhausen, ingeklemd tussen de bergen.

Lees meer

Eenzame dalen

Een wolk trekt voorbij aan de aprilse zon en werpt een schaduw op mijn gezicht. Ik hoor de wind met de takken van de bomen spelen, nog amper bladdragend. De sneeuw die je nog overal zag toen ik hier aankwam, is nu grotendeels verdwenen. Alleen een wit hoopje aan de rand van de speelweide, daar waar het destijds schoongeveegde terras begint, herinnert nog aan wittere tijden.

De wolk trekt weg van de zon, die zowel mijn gezicht als de Kaiserkogel weer in zijn licht vangt. Volgens Franz dankt de 3286 meter hoge top zijn naam aan een negentiende-eeuwse keizer. De naam van de keizer en de reden van vernoeming heeft hij ook genoemd, maar die informatie heb ik niet kunnen vasthouden in het web van mijn herinneringen. Er is nog teveel dat ik eerst moet vergeten.

Lees meer