In de schemering van de gloeilamp aan het plafond ziet Jan hoe de inspecteur plaats neemt op de stoel tegenover hem. Hij legt zijn benen gekruist op het vierkante tafeltje en drukt met zijn gewicht de houten stoel naar achteren. Uit de zak van zijn colbert pakt hij een pakje van Nelle. Terwijl hij de tabak tussen een vloeitje rolt, kijkt hij Jan aan. ‘Zo, daar zitten we dan.’ Jan zwijgt. De inspecteur pakt een aansteker en houdt de vlam bij de shag in zijn mond.
Overig
De mythe van kaloculos (Het Delphi-dilemma)
Tevreden kijkt de rapsode vanaf zijn podium op het marktplein naar de menigte. Een groot publiek, zo ziet hij het graag. Hij neemt een slok uit de wijnbeker en schraapt zijn keel. ‘Beste inwoners van Delphi. Ik wil u mijn dankbaarheid tonen voor uw gastvrije ontvangst. Ik ben slechts een eenvoudige rapsode. Ik heb misschien niet veel geld om u terug te betalen, maar ik heb wel een heel speciaal verhaal voor u. Mijn grootvader heeft het mij verteld. Het is een verhaal over een donkere tijd in uw geschiedenis. Maar tegelijkertijd een verhaal over een moedige jongeman, wiens heldendaden uw stad van de ondergang hebben gered.’ Terwijl hij de laatste slok uit de wijnbeker drinkt, merkt de verhalenverteller tot zijn genoegen dat hij de volledige aandacht van het publiek heeft.
Voetstappen
Mijn voetstappen in het zand Met die van jou aan hun zij Betraden het maagdelijk land Elke stap een herinnering erbij Mijn blik gericht op wat was Al wat wij hebben aanschouwd Platgetrapte modder en gras Vier afdrukken ogen vertrouwd Kijkend naar de nieuwe horizon Met zijn donkere grauwe lucht Zonder regenboog of zon Met … Lees meer
Oude wonden
Toen ik zijn kamer betrad, lag mijn opa op zijn rug naar het plafond te staren. Pas toen ik hem voor de derde keer begroette, kreeg hij me in de gaten. Hij glimlachte en wees naar de krukken die tegen de muur stonden. Ik hielp hem uit bed en hij ging op een stoel tegenover me zitten. Ik kan me niet herinneren dat ik mijn opa ooit eerder met ontbloot bovenlichaam had gezien. Ze vielen me dan ook meteen op: de littekens op zijn rug en borstkas. Toen hij in de gaten kreeg dat ik ernaar staarde, trok hij snel een shirt aan.
Oorlogskind
Weerlicht Ik duik weg onder mijn laken Donder Rolt over de daken Geschreeuw In mijn hoofd gevangen Rust Mijn vurige verlangen Regen Geen kogels maar water Angst Van toen voor later Stad Van wanorde en rommel Speeltuin Met een eenzame schommel Flitsen Achter het gordijn Ellende Terug in mijn brein Gerommel De natuur kent nog … Lees meer
Na zonneschijn komt regen
Terwijl regendruppels in groten getale zijn huid raken, krabbelt Hans wankelend omhoog. Met zijn rechterhand steunt hij tegen de met graffiti besmeurde muur naast hem. Zijn linkerhand steunt op zijn buik, terwijl hij voorovergebogen naar adem hapt. Wanhoop heeft zich meester gemaakt van zijn gedachten. De vraag waar het mis is gegaan, blijft door zijn hoofd spoken. Een antwoord heeft hij niet. Voor het eerst in zijn leven mist hij het overzicht en is hij de controle kwijt. Hij hoest en voelt een stekende pijn in zijn borstkas. In gedachten flitst een vuist voorbij. Hij krimpt ineen en laat zich langs de muur op de grond zakken. Met opgetrokken knieën en gekruiste armen voelt hij hoe tranen over zijn wangen rollen.