Villa Timor

18 oktober 1976

Vol afschuw keek Bernard hoe de glasscherf op zijn linkerarm drukte. Op het moment dat zijn huid bezweek onder de druk en openspleet, gilde hij het uit van de pijn. Hij wilde zich verzetten, de verminking van zijn eigen lichaam stoppen, maar hij kon geen weerstand bieden. Het was alsof zijn rechterhand een eigen wil had en zich niets aantrok van wat Bernard zelf wilde.

Daar waar het glas door de huid sneed, werd zijn arm rood. Bernard keek om zich heen. Hij was alleen in huis. Niemand kon hem tegen zichzelf beschermen. Hij keek naar het fragment van zijn spiegelbeeld dat hij kon zien in het laatste stuk spiegelglas dat nog aan de muur hing. Hij schrok van zichzelf. Hij had een wilde blik in zijn donkere ogen en plukken vettig haar hingen over zijn voorhoofd. Op het zichtbare deel van zijn wang zag hij de rode strepen.

Lees meer

De legende van de elandjager

Tijdens een vakantie naar Zweden werd er gevraagd om een verhaal voor bij het kampvuur. Ik begon direct met schrijven aan dit verhaal. Het is echter niet voorgedragen, omdat de eerste versie toch wat te eng/bloederig was en niet iedereen een eng verhaal wilde horen. De herschreven versie mist wat van de horrorelementen.

Andreas Kamprad was een bekende verschijning in de bossen rond Johannisholm. Met zijn bontmuts, gemaakt van de vacht van de eerste bruine beer die hij in zijn leven had geschoten, op zijn hoofd en het jachtgeweer dat hij op zijn dertiende verjaardag van zijn grootvader had gekregen in zijn hand, trok hij door de bossen, op zoek naar elanden.

Lees meer

Onder de sterrenhemel

Tijdens een reis naar Ierland viel me het grote aantal zwerfjongeren op, vooral in Dublin. Dat gaf me de inspiratie voor dit verhaal.

“Sir, do you have any change? Please sir?” Vanonder haar vette, donkere lokken kijkt Fiona O’Sullivan de passant met haar grijsblauwe ogen smekend aan. De man kijkt neer op het vijftienjarige meisje dat met de beker van Starbucks in haar hand halverwege de Ha’penny Bridge zit. Wie haar ziet, zou denken dat ze lang vervlogen tijden wil laten herleven en de tol van een halve penny int die men moest betalen om via de brug de rivier de Liffey over te steken.

Lees meer

Ars melancholia

Met mijn handen diep weggestopt in de zakken van mijn jas, stopte ik toen ik de letters ‘antiquariaat’ op een van de ramen zag prijken. Het was een moment van herkenning, al leidde mijn herinnering mijn blik vooral naar de woning boven de winkel.

Het was een oud pand, met bakstenen waarvan de oorspronkelijke kleur door de tand des tijds was bedekt met een donkere laag vuil. De oude karakteristieke ramen sierden nog steeds de vensters van de bovenwoning. Het waren grote ramen, die door witte latjes werden onderverdeeld in een twaalftal kleinere, rechthoekige vensters. Het waren de ramen die mijn herinnering nog kende van zo’n 12 jaar geleden.

Lees meer

Het einde der tijden

Ik had me het einde der tijden toch wat anders voorgesteld. Onheilsprofeten hadden ons jarenlang lekker gemaakt met massale sterfte, kou, oorlogen, meteorieten, overstromingen, aardbevingen, vulkaanuitbarstingen en aswolken, verschuiving van de polen, nucleaire rampen, marsmannetjes en noem het maar op. En dus hadden wij ons op alle mogelijke scenario’s voorbereid. In de kelder van Eelco lagen onder andere gasmaskers, een grote voorraad blikvoedsel en flessen water. De muren, het plafond en de vloer waren bedekt met dikke loodplaten tegen radioactieve straling en er lagen zonnebrillen en zwarte pakken met witte overhemden voor het geval er aliens kwamen. Omdat een natuurramp ons eerste toevluchtsoord zou kunnen wegvagen, hadden we aan de andere kant van het land een boerderij gekocht, waar we dezelfde voorbereidingen hadden getroffen. Eva stelde nog voor om daar meteen onze intrek te nemen, maar de boerderij lag dichter bij de slapende vulkanen van Duitsland dan het huis van Eelco.

Lees meer

The Revenge of Francis Frog (1993)

Dit verhaal schreef ik toen ik 13 was en is dus een van mijn eerste verhalen. Dit heb ik onlangs overgetypt om te zorgen dat het niet verloren gaat. Hier en daar heb ik wat spelling en zinsbouw verbeterd, maar aan het verhaal zelf heb ik niet gesleuteld, dat zou de nostalgie aantasten… het blijft dus het verhaal van een 13-jarige.

Ik heb trouwens geen idee meer waarom ik destijds koos voor een Engelstalige titel.

I. Pesterijen
New York, 21 maart 1968.
Francis Frog zit op de Peter Rayson School, één van de jongensscholen in de stad . Francis is een klein, mager ventje met een rond brilletje op zijn neus. Hij wordt vaak gepest, vooral door William Picture, ook wel ‘De Bink’ genoemd. Het verhaal begint op het moment dat Francis weer eens de klos is. William en zijn aanhang beleven de grootste lol aan het uitschelden en stompen van Francis, met als enige reden het gevoel stoer te zijn.

Tegen alle verwachtingen in, weert Francis zich dit keer tegen William. Net op het moment dat laatstgenoemde een welverdiende stomp op zijn gezicht terugkrijgt, loopt de rector echter langs. Stoïcijns gaat hij tussen de jongens staan en hij kijkt Francis streng aan, terwijl hij hem gebiedt mee te lopen naar zijn kantoor.

Lees meer