Onder de druk van Richards klamme handen draait de eikenhouten deur op zijn scharnieren krakend naar binnen. Gejaagd kijkt Richard om zich heen. Als hij zich er van heeft overtuigd dat niemand hem ziet, strompelt hij naar binnen. Met zijn hand drukt hij tegen zijn linker bovenbeen. Nog een keer werpt hij een blik naar buiten en duwt dan de deur weer dicht.
Het masker
Een vrolijke glimlach op mijn gezicht enthousiaste woorden Op mijn omgeving gericht Enorme vermoeidheid Het maakt me langzaam stuk Die eenzame kille leegte Achter mijn masker van geluk