De poppenmaker

IMG_2224bHoewel het al half april was, zakte Andy tot zijn enkels weg in de sneeuw. De wolken die de witte deken over het bos hadden uitgespreid, hingen als een donkere rand om de oostelijke horizon, waar een breed palet van pastelkleuren de naderende ochtend aankondigde. Hij moest opschieten. Ze moesten thuis zijn voordat de ogen van het dorp, die hem vanachter hun ramen zouden gadeslaan, ontwaakten.
Ze lag vredig in zijn armen. Haar ogen waren gesloten en een arm was om zijn nek geslagen. Haar vuile haren dansten op het ritme van de wind. De hand in zijn nek voelde koud aan en hij trok de deken strakker om haar heen. Thuis konden ze samen voor de openhaard gaan zitten met een beker warme chocolademelk.

Zonder haar wakker te maken, legde hij haar op de bank. Hij drukte een kus op haar voorhoofd en streek met zijn ene hand door haar haren, terwijl hij met de andere de deken rechttrok. Vanuit zijn stoel keek hij zwijgend naar Emily. Rond zijn lippen lag een gelukzalige glimlach. Zijn kleine meisje was eindelijk thuis.

Lees meer

Stille getuigen

bos01Twee schoenen. Dat is alles wat er nog rest. Twee roze sneakers, maat 36, met witte strepen over de neuzen en grijze veters die ooit wit waren. De witte zolen worden gecamoufleerd door opgedroogde modder, als een afdruk van de laatste plek waar de schoenen hebben gelopen. Twee schoenen, een mensenleven samengevat in schoeisel, als stille getuigen van het moment waarop de draagster van haar schoenen werd gescheiden en een mist van onzekerheid de wereld van haar ouders binnendrong.

Zwijgend staart Bert naar de schoenen op de tafel. Hij heeft zijn bril afgezet, waardoor ze zijn vervaagd tot twee roze vlekken tegen de donkere achtergrond van de eetzaal in de jeugdherberg. Een aanblik die hem troost biedt en de harde werkelijkheid voor even vervaagt. Hij houdt zijn bril vast tussen zijn duim en wijsvinger. Zijn andere hand bedekt zijn mond, om als een celdeur zijn emoties gevangen te houden. Langzaam beweegt hij zijn hoofd heen en weer, terwijl hij zijn ogen sluit en diep inademt. Ergens ver weg hoort hij de stem van de Belgische rechercheur, maar het geluid wordt gedempt door het vacuüm, ontstaan door het gat dat is geslagen in zijn ziel.

Lees meer

Het doolhof van verloren verhalen

IMG_1236aMet grote stappen loopt Patrick over het vochtige zand langs de branding. Het licht van zijn zaklantaarn zwaait heen en weer over het strand en zodra het de golven raakt, spat het uiteen in duizenden sterren die dansen op het wateroppervlak. Zonder te stoppen kijkt Patrick op zijn horloge. Een half uur geleden werd hij gewekt door het telefoontje en vertrok hij halsoverkop van huis. Het gesprek duurde nog geen halve minuut, maar dat was lang genoeg om zijn ongerustheid aan te wakkeren.

Hij stopt als hij de stem hoort die hem hierheen heeft gelokt. In de lichtbundel ziet hij het gezicht van zijn grootvader, die hem olijk aankijkt.
“Wat is er aan de hand?”
“Ga zitten jongen,” antwoordt zijn opa.
“Ik wil terug naar mijn bed. Waarom heeft u me hierheen laten komen?”
“Ga nou zitten.”
“Kom op, opa, dan breng ik u naar huis.”
Patrick steekt zijn hand uit naar zijn opa, die hem dankbaar vastpakt. Maar in plaats van zichzelf op te trekken, trekt hij zijn kleinzoon naar beneden. Patrick zakt door zijn knieën en weet met zijn handen zijn val te breken. Terwijl hij zijn arm uitstrekt om de zaklantaarn te pakken, grijpt zijn opa zijn schouder en dwingt hem om zich om te draaien en te gaan zitten.

Lees meer

Villa Timor

18 oktober 1976

Vol afschuw keek Bernard hoe de glasscherf op zijn linkerarm drukte. Op het moment dat zijn huid bezweek onder de druk en openspleet, gilde hij het uit van de pijn. Hij wilde zich verzetten, de verminking van zijn eigen lichaam stoppen, maar hij kon geen weerstand bieden. Het was alsof zijn rechterhand een eigen wil had en zich niets aantrok van wat Bernard zelf wilde.

Daar waar het glas door de huid sneed, werd zijn arm rood. Bernard keek om zich heen. Hij was alleen in huis. Niemand kon hem tegen zichzelf beschermen. Hij keek naar het fragment van zijn spiegelbeeld dat hij kon zien in het laatste stuk spiegelglas dat nog aan de muur hing. Hij schrok van zichzelf. Hij had een wilde blik in zijn donkere ogen en plukken vettig haar hingen over zijn voorhoofd. Op het zichtbare deel van zijn wang zag hij de rode strepen.

Lees meer

De legende van de elandjager

Tijdens een vakantie naar Zweden werd er gevraagd om een verhaal voor bij het kampvuur. Ik begon direct met schrijven aan dit verhaal. Het is echter niet voorgedragen, omdat de eerste versie toch wat te eng/bloederig was en niet iedereen een eng verhaal wilde horen. De herschreven versie mist wat van de horrorelementen.

Andreas Kamprad was een bekende verschijning in de bossen rond Johannisholm. Met zijn bontmuts, gemaakt van de vacht van de eerste bruine beer die hij in zijn leven had geschoten, op zijn hoofd en het jachtgeweer dat hij op zijn dertiende verjaardag van zijn grootvader had gekregen in zijn hand, trok hij door de bossen, op zoek naar elanden.

Lees meer

Onder de sterrenhemel

Tijdens een reis naar Ierland viel me het grote aantal zwerfjongeren op, vooral in Dublin. Dat gaf me de inspiratie voor dit verhaal.

“Sir, do you have any change? Please sir?” Vanonder haar vette, donkere lokken kijkt Fiona O’Sullivan de passant met haar grijsblauwe ogen smekend aan. De man kijkt neer op het vijftienjarige meisje dat met de beker van Starbucks in haar hand halverwege de Ha’penny Bridge zit. Wie haar ziet, zou denken dat ze lang vervlogen tijden wil laten herleven en de tol van een halve penny int die men moest betalen om via de brug de rivier de Liffey over te steken.

Lees meer