Met mijn handen diep weggestopt in de zakken van mijn jas, stopte ik toen ik de letters ‘antiquariaat’ op een van de ramen zag prijken. Het was een moment van herkenning, al leidde mijn herinnering mijn blik vooral naar de woning boven de winkel.
Het was een oud pand, met bakstenen waarvan de oorspronkelijke kleur door de tand des tijds was bedekt met een donkere laag vuil. De oude karakteristieke ramen sierden nog steeds de vensters van de bovenwoning. Het waren grote ramen, die door witte latjes werden onderverdeeld in een twaalftal kleinere, rechthoekige vensters. Het waren de ramen die mijn herinnering nog kende van zo’n 12 jaar geleden.