‘Ik ook van jou,’ fluister ik in reactie op haar woorden. Ze zegt dat ze van me houdt, een gevoel dat geheel wederzijds is. Haar stralende glimlach, de sprankelende blik in haar ogen. Ik zie het allemaal voor me. Het ligt in het bereik van mijn blikveld en ik geniet er elke keer dat ik haar zie meer van.
Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ze me herinnert aan onze eerste vakantie samen. We hadden een huisje bij Centerparcs gehuurd en zaten op de grond voor de open haard te scrabbelen. Zij won, maar dat was logisch. Ik ben immers nooit een taalwonder geweest, in tegenstelling tot haar. Het vuur knetterde en de vlammen dansten voor onze ogen. We waren gelukkig, en hielden van elkaar. En nog steeds is zij degene die mijn hart in vuur en vlam zet.