Vereeuwigd

‘Ik ook van jou,’ fluister ik in reactie op haar woorden. Ze zegt dat ze van me houdt, een gevoel dat geheel wederzijds is. Haar stralende glimlach, de sprankelende blik in haar ogen. Ik zie het allemaal voor me. Het ligt in het bereik van mijn blikveld en ik geniet er elke keer dat ik haar zie meer van.

Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ze me herinnert aan onze eerste vakantie samen. We hadden een huisje bij Centerparcs gehuurd en zaten op de grond voor de open haard te scrabbelen. Zij won, maar dat was logisch. Ik ben immers nooit een taalwonder geweest, in tegenstelling tot haar. Het vuur knetterde en de vlammen dansten voor onze ogen. We waren gelukkig, en hielden van elkaar. En nog steeds is zij degene die mijn hart in vuur en vlam zet.

Lees meer

Aphrodites wraak

Samen lopen we langs het water. Niet arm in arm, daarvoor bewaar je teveel afstand van me. Maar ondanks dat weet ik dat je van me houdt. En ik van jou. Er gaat geen moment voorbij dat ik niet aan je denk. Overal ben je in gedachten bij me, en in mijn dromen neem je altijd een speciale plek in. Het beeld van je mooie ogen, en je lieflijke glimlach staat op mijn netvlies gebrand. Een gelukzalig gevoel vult mijn hart als ik aan je denk. Je zegt het nooit, maar ik weet bijna zeker dat die gevoelens wederzijds zijn. Niemand kent me immers zoals jij me kent, volgens mij weet jij net zoveel over mij als ik zelf. Maar dat is ook niet moeilijk, ik deel al mijn geheimen met je. Maar het is ook zo moeilijk om jou er niet in te laten delen.

Lees meer

Door de maag

Met deze inzending voor de Liefdesverhalenwedstrijd van FOK!, de NCRV en SP!TS, kreeg ik een eervolle vermelding van de jury.

Zuchtend keek Janine naar Tom, die tegenover haar aan de tafel zat. Tweeëndertig jaar was ze, en de biologische klok tikte door. De ware had ze echter nog niet gevonden, al deed ze zo haar best om hem te vinden. Tom had ze via internet leren kennen. Ze had zich ingeschreven op een datingsite, en alles klopte gewoon. Ze hadden dezelfde interesses, hetzelfde geboortejaar en hij zag er ook nog eens goed uit op de foto in zijn profiel. Na wekenlang berichtjes gestuurd te hebben, had ze de moed bij elkaar geraapt om hem bij haar thuis uit te nodigen. Ze had alles tot in de puntjes geregeld om er een onvergetelijke avond van te maken. En toen ze naar Tom keek, besefte ze dat ze deze avond zeker nooit zou vergeten.

Lees meer

Jeugdtrauma

Met tegenzin stap ik door het toegangspoortje. Simon, mijn zoontje, trekt enthousiast aan de mouw van mijn jas. ‘Papa, papa! Kijk!’ Hij wijst alle kanten op. Hij is onder de indruk van alles wat hij ziet. Ik zelf huiver bij de gedachte dat ik terug ben in een omgeving waar ik jaren geleden de meest angstige momenten van mijn leven heb meegemaakt. En het ergste is dat mijn vijand van toen hier ongetwijfeld nog steeds aanwezig is.

´Tom, je bent toch niet nog steeds bang he!´ Lia kijkt me hoofdschuddend aan. Voordat ik antwoordt kijk ik naar Simon, die nieuwsgierig terug kijkt. Als mijn antwoord uitblijft, neemt het vijf jaar oude ventje het woord. ´Papa is niet bang. Hij jaagt monsters onder mijn bed weg voor mij. He, papa?’ Simon kijkt me knikkend aan, alsof hij op mijn bevestiging wacht. ‘Natuurlijk jochie. Geen monster die nog bij jou in de buurt durft te komen.’

Lees meer

Het duister van de nacht

Het park is verlaten als Carlo in het holst van de nacht op het bankje aan de oever van de rivier zit. Aan de overkant ziet hij de lichten van straatlantaarns op de dijk en hij neemt daar de koplampen waar van auto’s die niet rijden. In het vage licht kan hij met moeite enkele gestaltes, die ogenschijnlijk onrustig heen en weer lopen, van het duister onderscheiden. De stemmen die door de wind worden meegevoerd, geven Carlo de indruk dat er een zekere paniek heerst onder de mensen op de dijk. Hoewel het hem zeker benieuwt waarom de mensen zo nerveus lijken te zijn, kan hij er niet te lang bij stilstaan. Hij heeft al teveel aan zijn hoofd.

Lees meer

Erythrofobia

Ik weet nog hoe Julia de eerste keer mijn kamer betrad. Ze droeg een lichtgroene broek en een fleurig shirt. Haar haar hing in een paardenstaart over haar rug. Eigenlijk was ze nog een kind met haar elf levensjaren. Maar ze straalde niet de vrolijkheid en onbezorgdheid van een kind uit. Ze had een angstige, droevige blik in haar blauwe ogen en haar gezichtsuitdrukking was serieuzer dan je van iemand van haar leeftijd mag verwachten. Toch verbaasde de aanblik van dit jonge meisje mij niet.

Haar medisch dossier was de laatste maanden behoorlijk gegroeid. Verschillende artsen hadden haar grondig onderzocht, maar konden geen oorzaak vaststellen voor haar gedrag. Het moest wel in haar hoofd zitten, zo oordeelden ze, dus gaven ze haar vader het advies dat ze misschien eens met iemand moest gaan praten. En dus kwam ze bij mij terecht.

Lees meer