Toen ze uit haar raam naar de schemering keek, zag ze de bui al hangen. Letterlijk in dit geval, want nog geen half uur nadat het duister ook haar huis volledig had opgeslokt, barstte het los. Wat ze het ergste vreesde werd bewaarheid. Lichtflitsen sneden als messen door de duisternis, en ook het gedonder liet niet lang op zich wachten.
Ella vond het maar niks, onweer, en al helemaal niet nu ze alleen thuis was. Diep weggedoken in een hoekje van de bank, een kussen stevig tegen haar borst geklemd, probeerde ze haar gedachten te verzetten en de ellende buiten te vergeten. Stilletjes wenste ze dat er iemand bij haar was om haar op haar gemak te stellen. Hoe meer ze hoopte dat er iemand was, hoe nadrukkelijker ze de leegte om zich heen voelde.