Toen ik de deur opende zaten er twee wat grote kevers (ongeveer 3 a 4 cm lang) op de vloer van de galerij. Even googelen en ik kreeg er een naam bij: de Julikever. Deze kever komt in Nederland vrijwel alleen nog in het duingebied voor, maar is doorgaans niet gemakkelijk te vinden. Dit komt enerzijds doordat de larven de eerste drie jaar van hun leven onder de grond leven en vooral wortels van gras eten. Helmgras schijnt bij deze insecten bijvoorbeeld populair te zijn. Na drie jaar ontpopt de larve zich tot de julikever, die herkenbaar is aan zijn marmerachtige, zwart-witte schild. De volwassen kever leeft van naaldbomen en houdt zich vaak hoog in de toppen op. Daardoor is het insect moeilijk te vinden.
Dat maakt het wel extra bijzonder dat ik twee exemplaren zo voor de deur vind, zonder er actief naar te moeten zoeken (wat ik overigens ook niet snel zou hebben gedaan, aangezien ik tot vandaag dit beest nog niet eens kende).
Voor mij was de aanwezigheid van de julikevers in ieder geval aanleiding om eens met de macrolens te gaan spelen en foto’s te maken van deze zeldzaam waarneembare insecten.