7 juli 2007
Voorzichtig drukt hij een kus op haar lippen, voordat hij op zijn knieën naast haar gaat zitten. Met zijn hand strijkt hij door haar blonde lokken. Hij bekijkt haar nog eens goed in het maanlicht. Ze ademt rustig, met haar ogen gesloten. Voorzichtig steekt hij zijn hand onder haar rokje. Haar slipje bedekt alweer de plek waar hij een minuut of tien geleden zijn hoogtepunt beleefde. Hij fatsoeneert haar rokje en wrijft nog een keer met zijn hand over haar jonge borsten, waarvan hij de harde tepels door de stof van haar T-shirt voelt prikken. Ze kreunt in haar slaap en hij trekt zijn hand terug. Het is genoeg geweest.
Eenzame dalen (2): Op eenzame hoogte
Dit is het vervolg op het verhaal ‘Eenzame Dalen‘.
Ik draai de dop weer op het flesje bronwater en zet het naast me in het gras. Gapend rek ik me uit, voordat ik mijn armen weer om mijn opgetrokken knieën sla. Het liefst kroop ik mijn bed in, dat zich in het dorp een paar honderd meter lager bevindt. Tussen de boomtoppen door heb ik zicht op Talhausen, ingeklemd tussen de bergen.
Eenzame dalen
Een wolk trekt voorbij aan de aprilse zon en werpt een schaduw op mijn gezicht. Ik hoor de wind met de takken van de bomen spelen, nog amper bladdragend. De sneeuw die je nog overal zag toen ik hier aankwam, is nu grotendeels verdwenen. Alleen een wit hoopje aan de rand van de speelweide, daar waar het destijds schoongeveegde terras begint, herinnert nog aan wittere tijden.
De wolk trekt weg van de zon, die zowel mijn gezicht als de Kaiserkogel weer in zijn licht vangt. Volgens Franz dankt de 3286 meter hoge top zijn naam aan een negentiende-eeuwse keizer. De naam van de keizer en de reden van vernoeming heeft hij ook genoemd, maar die informatie heb ik niet kunnen vasthouden in het web van mijn herinneringen. Er is nog teveel dat ik eerst moet vergeten.
Edelweiss
Dit was het winnende verhaal van de schrijfwedstrijd “Nostalgie in woord en beeld” van FOK! en de NCRV.
Met trillende hand leg ik de ansichtkaart op de salontafel, met het adres naar boven. Mijn ademhaling versnelt en ik voel mijn hart bonken in mijn keel. Met mijn mouw veeg ik het zweet van mijn voorhoofd. De traan die mijn oogkas verlaat, rolt over mijn wang naar beneden, om via mijn kin op mijn geruite overhemd te vallen. Zelfs na ruim 43 jaar valt de herinnering aan de negen jaren met Sara me zwaar. Van alle mensen die uit mijn leven zijn verdwenen, mis ik haar het meest.
De wanhoop der eenzaamheid
Al babbelend gaat ze naast me zitten, haar aandacht onafgebroken op haar vriendinnen gericht, die de stoelen aan de andere kant van het gangpad innemen. Ik noem haar Romy, dat doen haar vriendinnen immers ook. Romy is al bijna een jaar samen met een jongen die volgens mij Bas heet. Haar vriendin die ik gemakshalve maar Eva noem, vindt dat aanleiding om twee andere mensen in het gesprek te betrekken.
“Victor en Renske hebben al bijna drie jaar met elkaar!”
“Drie jaar, dat is vet lang man!”, reageert Romy, “Dat hou ik nooit vol!”
“Maar als je het leuk hebt samen, dan maak je het toch niet uit?”
Vanuit mijn ooghoek zie ik Romy knikken. “Dat is waar.”
“Maar je hebt dus al bijna een jaar verkering,” bracht de wat stillere tweede vriendin, die vanaf nu Hilde heet, uit, “dan ga je al bijna van hem houden!”
Sprakeloos
Ik weet hoe je moet zeggen Hoezeer je iemand haat Dat de leugens moeten stoppen En dat je wil dat iemand gaat Ik weet hoe ik moet zeggen Alles komt weer goed Ik kan tranen laten lachen Als verdriet van binnen woedt Ik ken zoveel woorden Die zeggen wat ik bedoel Maar weet niet hoe … Lees meer