Daar stond ik dan in mijn korte broek en t-shirt, midden in de oogverblindend witte sneeuw van Kaprun. Beneden in het dorpje was het bloedheet, hierboven ijskoud. Tenminste,als je het vergelijkt met de temperatuur van beneden. Ik vluchtte daar weg, de kou in om niet weer, net als de dag ervoor te stikken bij het zwembad van Saalfelden. ‘Neem een zonnebril mee,’ werd mij aangeraden door de hotelbaas. Maar ja,ik loop daar liever met een petje op mijn hoofd.
Had ik beter geluisterd,dan had ik meer kunnen zien van het landschap dat rustte onder de deken van witte kou. Maar werd ik minder verblind door de sneeuw, dan was ik nooit tegen Claudia Steinman opgelopen. Ze was een mysterieus type, donkerblond haar, bruine ogen, paardestaart in het haar. Lang was ze niet, slechts een-meter-zestig of zo. Ze kwam uit Oostenrijk, en woonde toevalligerwijs in het plaatsje waar ik was neergestreken om even wat uit de sleur van het dagelijks leven te vluchten. Net als mij was zij ook hier gekomen voor de verkoeling, en stond daar op haar ski’s in trainingspak en met een ijsmuts op haar hoofd. Tja,als je hier woont dan weet je wel hoe je je moet kleden, denk ik dan maar.